In de snel veranderende wereld van organisaties lijkt de focus steeds meer te verschuiven van de inhoud van het werknaar de vorm en omgangsvormen. Hoewel aandacht voor samenwerking en communicatie belangrijk is, rijst de vraag of dit niet ten koste gaat van de kern van het werk.


De huidige staat van organisaties

Waar vroeger de inhoud van het werk centraal stond, lijkt de nadruk tegenwoordig steeds meer te liggen op hoe dingen worden gedaan en hoe medewerkers met elkaar omgaan. Feedbacksessies worden steeds uitgebreider en gestructureerder, met een sterke focus op de vorm van communicatie en minder op de daadwerkelijke prestaties.

Deze ontwikkeling heeft gevolgen: medewerkers kunnen hun bijdrage aan de organisatie gaan zien in termen van interactie en proces, in plaats van resultaten en vakinhoudelijke expertise. Dit roept de vraag op of deze verschuiving organisaties werkelijk vooruithelpt, of juist afleidt van waar het echt om draait.


Een nieuwe generatie werknemers

Ook de verwachtingen van de jongere generatie op de werkvloer spelen hierin een rol. Waar eerdere generaties gewend waren aan onbetaalde overuren, stevige feedback en een zekere hiërarchie, hechten jongere werknemers meer waarde aan:

Een goede werk-privébalans – Werken om te leven, in plaats van leven om te werken.
Psychologische veiligheid – Minder hard afgerekend worden op fouten.
Zelfbeschikking – Projecten oppakken waar ze intrinsiek gemotiveerd voor zijn.

Deze waarden brengen ook spanningen met zich mee. Sommige werkgevers ervaren dat jonge medewerkers niet zonder meer uitgedaagd willen worden, sneller afhaken bij tegenslagen en minder geduld hebben om ervaring op te bouwen voordat ze invloed verwachten.


De nadruk op vorm versus inhoud

De focus op vorm en omgangsvormen zien we niet alleen binnen organisaties, maar ook breder in de maatschappij. Discussies draaien vaker om de manier waarop iets wordt gezegd dan om de feitelijke inhoud. Dit heeft effect op de manier waarop prestaties worden beoordeeld en op de werkcultuur binnen organisaties.

Kritiek hierop is dat werknemers soms als ‘prinsen en prinsessen’ worden gezien: ze willen wel bijdragen, maar alleen onder voorwaarden die hen persoonlijk aanspreken. Ze voelen zich vooral betrokken als ze zelf aan het stuur mogen zitten, maar minder wanneer een taak vraagt om gewoon ‘hard werken’.


Het knuffelparadijs versus de realiteit

De trend om steeds meer aandacht te besteden aan zachte aspecten van werk – via workshops, cursussen en coachingstrajecten – wordt door sommigen omschreven als een “knuffelparadijs”. Het idee is dat als je mensen gelukkig maakt, de prestaties vanzelf volgen.

Maar in de praktijk blijft werk werk. Medewerkers hebben te maken met drukke schema’s, deadlines en zakelijke verantwoordelijkheden. Een overmatige focus op welzijn kan ertoe leiden dat organisaties vermijden om scherpe feedback te geven, terwijl juist inhoudelijke groei en resultaatgerichtheid cruciaal zijn voor succes.


Terug naar de kern: inhoud als basis, vorm als ondersteuning

Het is tijd om de focus weer terug te brengen naar de kern van het werk. Dit betekent niet dat omgangsvormen onbelangrijk zijn, maar wel dat ze in dienst moeten staan van inhoud en resultaten – niet andersom.

Feedback moet gericht zijn op prestaties, niet alleen op hoe iets wordt gezegd.
Werk moet worden beoordeeld op impact, niet enkel op beleving en betrokkenheid.
Samenwerking en welzijn blijven belangrijk, maar mogen niet de boventoon voeren ten koste van vakinhoudelijke groei en resultaatgericht werken.

De uitdaging voor organisaties is om een balans te vinden tussen een prettige werkomgeving en een focus op inhoud. Want uiteindelijk gaat het niet alleen om hoe je werkt, maar vooral om wat je bereikt.


Bronnen:

  • NRC: Van knuffelen wordt de nieuwe generatie echt niet gelukkiger – Emma Bruns
  • Ontdek & Benut: Methode voor team- en organisatieontwikkeling – Vanya Cobben