Mijn eerdere artikel ‘Weg met zelfsturende teams’ maakte veel los. Ik er levendige gesprekken over. Wat opviel? De mensen die daadwerkelijk in zelfsturende teams werken, knikten instemmend bij mijn kritiek. De externen – degene die het niet zelf hoeven doen – waren het er juist niet mee eens. En misschien ligt daar wel de crux: het verschil tussen een theoretisch ideaal en de praktijk van alledag.
Toch wil ik een nuance aanbrengen. Want als er iemand voorstander is van autonomie, eigenaarschap en verantwoordelijkheid nemen, dan ben ik het wel. Het probleem zit niet in het idee dat mensen zelf keuzes maken, maar in hoe het wordt ingericht. Dus, daar komt-ie: een ode aan zelforganisatie.
1. Zelforganisatie is geen stuurloosheid
Zelforganisatie betekent niet dat iedereen zomaar wat doet. Het betekent juist dat teams werken binnen heldere kaders. Er is een duidelijke richting, maar binnen die richting krijgen medewerkers de ruimte om zelfstandig beslissingen te nemen. Dit is het verschil tussen chaos en wendbaarheid.
Vergelijk het met een jazzband. Iedereen improviseert, maar wel binnen een akkoordenschema. Het klinkt alleen goed als de muzikanten elkaar horen, de structuur begrijpen en inspelen op wat nodig is. Zelforganisatie werkt hetzelfde: het vraagt om kaders, een gedeelde koers en een cultuur waarin feedback normaal is.
2. Leiderschap verdwijnt niet – het verandert
Eén van de grootste misverstanden is dat zelforganisatie betekent dat er géén leiding meer is. In werkelijkheid verschuift leiderschap naar andere vormen: gedeeld, situationeel en coachend leiderschap. Dit betekent dat er nog steeds iemand moet zijn die de strategische lijnen uitzet, die zorgt voor een veilige werkomgeving en die het team ondersteunt bij moeilijke keuzes.
In goed functionerende zelforganiserende teams nemen medewerkers die rol op zich, afhankelijk van hun expertise en de situatie. Dat vraagt om een cultuur waarin mensen zich comfortabel voelen om eigenaarschap te pakken en om een systeem waarin ze niet aan hun lot worden overgelaten.
3. Het verkleint bureaucratie en vergroot eigenaarschap
In traditionele organisaties wachten medewerkers op goedkeuring van hogerhand. Zelforganisatie geeft die beslissingsbevoegdheid terug aan de mensen die het werk doen. Dit betekent minder lagen van goedkeuring, minder vergaderingen en minder frustratie over ‘even een handtekening halen bij iemand die hier niets van weet’.
Het grote voordeel? Meer snelheid en betrokkenheid. Maar het werkt alleen als mensen weten hoe ze beslissingen nemen en waar ze op afgerekend worden. Zelforganisatie zonder verantwoordelijkheid is stuurloosheid – en dat is iets anders dan autonomie.
4. Conflicten verdwijnen niet, maar worden beter opgelost
Een veelgehoorde kritiek op zelfsturing is dat conflicten uit de hand lopen. En dat klopt – als je teams aan hun lot overlaat. In een hiërarchische structuur worden conflicten vaak ‘opgelost’ door een manager die de knoop doorhakt. Maar dat betekent niet dat het conflict écht is opgelost; vaak blijft de onderliggende spanning gewoon bestaan.
In een goed functionerend zelforganiserend team leren mensen hoe ze feedback geven, hoe ze conflicten constructief bespreken en hoe ze samen beslissingen nemen. Dit is niet iets dat vanzelf gaat – het vergt training, begeleiding en soms een externe blik.
5. Zelforganisatie is geen excuus om slechte structuren in stand te houden
Zelforganisatie werkt niet als er fundamentele problemen in een organisatie zijn. Als medewerkers zich niet veilig voelen om zich uit te spreken, als er geen vertrouwen is, of als er geen duidelijke doelen zijn, dan wordt zelforganisatie een ramp.
Een slecht functionerende organisatie zelforganiserend maken is alsof je een oude auto zonder remmen van cruise control voorziet. Dat gaat mis. Daarom werkt zelforganisatie alleen als het wordt ondersteund door een gezonde cultuur, duidelijke afspraken en een omgeving waarin leren en experimenteren wordt aangemoedigd.
Conclusie: Zelforganisatie als bewuste keuze
Zelforganisatie is een bewuste manier van werken die vraagt om een duidelijke koers, gedeeld leiderschap, psychologische veiligheid en goed doordachte structuren. In de praktijk kan zelforganisatie een krachtige manier zijn om wendbaarheid, eigenaarschap en betrokkenheid te vergroten – maar alleen als het goed wordt gedaan. Want zoals met alles in organisaties: een goed idee zonder goede uitvoering blijft een slecht idee.