Laat ik voorop stellen dat ik geen wetenschapper, analyticus of wat voor deskundig persoon dan ook ben. Toch heb ik ontdekt dat ook het inzicht van een leek van waarde kan zijn.
Achteraf kunnen we met z’n allen vaststellen dat we met de komst van Corona niet alleen naïef zijn geweest. Ook was er sprake van misplaatste arrogantie. Wij als Nederland zouden het virus wel beteugelen, mocht het ons land binnendringen. In het begin werd de vergelijking met griep gemaakt en dus deed ik dat ook. Van alle mensen die griep krijgen pakt het slechts voor een klein deel heftig uit. Zo ook dus voor Corona, was mijn veronderstelling. De aanname dat de eerste patiënt in het ziekenhuis ook patiënt 0 zou zijn, klonk mij ridicuul in de oren. Vervolgens zouden we via contactonderzoek alle sporen kunnen achterhalen. Ook hier maakte ik de vergelijking met griep. Was het echt zo dat je alleen mensen uit je directe omgeving met wie je contact had gehad, kon besmetten? Er wordt dus niet gepraat, geniest, gehoest en gezongen in nabijheid van vreemden. Van mensen waarvan je niet weet dat je ermee in aanraking bent geweest of die je in ieder geval niet in je rolodex had zitten toen je gezellig in de kroeg stond te feesten.
Welnu, het is niet mijn bedoeling achteraf te slimste te zijn. Ik wil juist benadrukken blij te zijn in een land te leven waar mensen aan waarheidsvinding doen. Waar we onze rug rechten en strijdbaar de handen ineen slaan.
Ik constateer dit enkel en alleen omdat het voor mij een eye-opener was dat boerenverstand relevanter kan zijn dan gedacht, daar waar het in praktijk soms ondergeschikt is geraakt. Ik ben dus in mijn geheugen gaan graven naar overige beschikbare huis-tuin-en-keukeninzichten en dit heb ik gevonden.
De trek van onze industrieën naar lage loonlanden volg ik sinds de dag dat ik begon te werken, nu een jaartje of 20. Ik heb er nooit wat van begrepen. In Europa kunnen we niet meer tegen acceptabele tarieven produceren. Door dat in China, India, of Bangladesh te doen, gaat dat wel. Ok, dus? In ons land willen we eerlijke beloning, veiligheidsrisico’s minimaliseren en een transparant productieproces, waar iedereen buiten het bedrijf ook toezicht op kan houden. Maar zodra we naar het buitenland gaan is dat niet langer – of in elk geval minder- relevant. Vinden we het prima dat mensen 7 dagen per week 14 uur per dag werken tegen een hongerloon, dat we ze monddood maken als ze op dreigen te komen voor hun rechten. Dat er gesjoemeld wordt om de transparantie waar we om vragen te verkrijgen en we eigenlijk niet precies weten hoe het zit met veiligheid rondom het productieproces en bijbehorend eindresultaat.
Ik hoorde Feike Sijbesma op de radio vertellen dat we als Nederland niet meer in staat zijn zelf antibiotica te produceren. De grondstoffen die ervoor nodig zijn, komen uit het verre buitenland. Philips is afhankelijk van onze oosterburen, als het gaat om de levering van beademingsapparaten. We hebben onszelf compleet afhankelijk gemaakt. Dat hebben we oké gevonden onder de omstandigheden die toen bekend waren. Maar nu we ten tijden van Corona leven en zien dat overheden de aandrang voelen om vitale producten te confisqueren of te hamsteren, hoe comfortabel zijn we dan nog met deze afhankelijkheid?
En wordt het niet eens tijd dat we de mens als elkaars gelijke gaan zien? Dat iedereen recht heeft op veiligheid, een eerlijk loon en normale werkomstandigheden, waar hij of zij ook in de wereld woonachtig is?
In mijn vak houd ik me bezig met het sterker maken van bedrijven. Een van de onderwerpen die daarin een rol speelt is autonomie. Wanneer mensen meer ruimte hebben om zelf te beslissen, draagt dat bij aan hun oplossend vermogen en daarmee dat van de organisatie. Uit onderzoek blijkt echter dat onze autonomie onder druk staat. Het werk moet sneller, met meerdere taken tegelijkertijd en loze tijd is slechts een woord uit het woordenboek. Zijn we niet met zijn allen doorgeschoten is onze behoefte aan maximale winstgroei?
Er zijn bestuurskamers waarin het moraal niet al te hoog lijkt te staan. Air France-KLM wilde de bonus van hun topman Ben Smith koppelen aan zijn vermogen om financiële steun van de Nederlandse en Franse staat los te peuteren. Miljardair Richard Branson zet Virgin Group te koop nadat een aanvraag voor financiële steun door de Britse regering werd afgewezen. Het woord miljardair stuit me al tegen de borst. De veronderstelling dat jij je miljardairschap niet ter discussie hoeft te stellen (je hebt immers al 250 miljoen dollar in je eigen bedrijf gestoken). Richard bood zijn tropisch eiland aan als onderpand, in ruil voor een overheidslening. Hij betaalt al jaren geen belasting meer in Groot-Brittanië. Bransons verweer is dat het niet om hem gaat, maar om de 70.0000 mensen die bij Virgin werken. Met andere woorden; het welzijn van jouw medewerkers is een verantwoordelijkheid van een ander, niet van de persoon die miljardair is geworden dankzij de inzet van diezelfde mensen.
Ik weet niet aan wie ik deze boodschap richt. Want ongetwijfeld zullen de meeste mensen die dit artikel lezen het hartgrondig met me eens zijn als ik oproep tot moreel plichtsbesef in bestuurskamers. Ben Smith of Richard Branson zullen het zeker niet lezen en als ze dat doen, hebben ze een kanon aan tegenargumenten voor me. En toch, en toch… zoek ik naar een kiertje. Naar die directeur, bestuurder, RvC-lid die nú denkt: goh, hoe werkt dat precies in mijn bedrijf? Kan mijn organisatie worden aangesproken op haar morele waarden of hebben wij het dik voor elkaar? Dit artikel is bedoeld voor iedereen bij wie ik nu een zaadje plant en gaat nadenken over hoe dat in zijn of haar bedrijf geregeld is.
Dank alvast voor het nadenken. Ik hoop dat het tot waardevolle huis-tuin-en-keuken inzichten leidt!